Krappa olie 125 ML

Beschrijving

Krappa olie is een olie gemaakt van Carapa guianensis door voornamelijk de binnenland bewoners van Suriname.
Uit de zaden wordt een plantaardige olie gewonnen die medicinale eigenschappen heeft. Ook wordt de krappaolie gebruikt als afweermiddel tegen insecten en voor versterking en voeding van het haar.
Een zaad heeft een oliegehalte tot 63%. Krappaolie is erg bitter van smaak. Het bevat tot 65% onverzadigde vetzuren.

Krappaolie wordt gebruikt tegen :
psoriasis
acne
eczeem
littekens
droge huid
schimmels
roos
spierpijn

De geur van krappa-olie is erg indringend maar gelukkig verdwijnt deze na een aantal minuten weer.

Krappa olie en haar
Krappa oil werkt ook goed tegen haar uitval en haar roos en is goed om het haar zelf te versterken wat helpt tegen het breken van de draden.
Je kan je haar/hoofdhuid insmeren met deze olie tijdens je “haarritueel” bijvoorbeeld na het wassen en gebruik van een leave-in conditioner kan je de olie gebruiken om je haar te “sealen”.
Naast de genoemde voordelen geeft het ook een mooie glans aan je haar.

Bekijk ook Tonka olie

Meer over de Boom Carapa guianensis

Engels (bastaard mahonie, crabwood, carapa); Frans (cabirma de
Guinee, bois rouge, carapa, andiroba); Spaans
(andiroba, caobilla, najesi, cedro macho, masábalo, cabrima de guiana);
Handelsnaam (bastaard mahonie, krabhout, andiroba)
BOTANISCHE BESCHRIJVING
Carapa guianensis is een bladverliezende of halfwintergroene, eenhuizige,
middelgrote tot grote bomen tot 35 (max. 55) m hoog; stam recht en
cilindrisch; takloos tot 20 (max. 30) m; tot 100 (max. 200) cm in
diameter, soms gecanneleerd, met korte steunberen tot 2 m hoog. Schors
oppervlak afbladderend in vierkante schalen of in horizontale stroken, lichtgrijs tot
grijsachtig bruin of donkerbruin, soms roodachtig; binnenschors vezelig, rood
of roze-bruin. Jonge planten produceren penwortels, maar de bomen hebben de neiging
worden aan het oppervlak geworteld.
Bladeren afwisselend, paripinnate met een slapende klierblaadje aan de top,
exstipuleren; folders er tegenover, geheel. Toont gigantische bladeren in de
monocauleuze juveniele fase, afnemend in grootte wanneer vertakking is
geïnitieerd.
Bloemen klein, wit, gedragen in een grote, axillaire of subterminale thyrse;
unisexueel maar met goed ontwikkelde overblijfselen van het andere geslacht;
tetrameer tot pentamerous (max. sextamerous); kelk bijna gelobd
de basis; bloemblaadjes enigszins verwrongen.
Vruchtdellende, 4-lobbige, hangende, subglobose, houtachtige capsule
met 2-4 zaden in elke lob. Zaden glad, lichtbruin, hoekig,
met houtachtige sarcotesta.
BIOLOGIE
De bloeiperiode is sterk afhankelijk van het klimaat, maar is dat meestal wel
geconcentreerd in 1 korte periode per jaar. Bestuiving vindt waarschijnlijk plaats door insecten;
bomen worden vaak aangetroffen vol met mieren die extraflorale nectariën bezoeken
schiet apices en foldertips. Meestal slechts 1-2 vruchten in een bloeiwijze
rijpen in 8-12 maanden. Zaden drijven en worden dus verspreid door water maar op
minst in Costa Rica, worden ook verstrooid door agouti’s en af ​​en toe
door varkens.